JAGER & WIERDA
De firma Jager & Wierda heeft al vóór de Tweede Wereldoorlog een groot garagecomplex aan de Gedempte Molenwijk, achter de Dracht en aan de Dracht 28 een showroom en winkel voor automobielen. Opel en Chevrolet zijn de merken die de firma van Johannes Wierda verkoopt. Jager & Wierda verzorgt ook het ziekenvervoer in de regio. Zoon Hielke Wierda rijdt op de ziekenwagen (met glas-in-loodraampjes tegen inkijk).
De luxe auto’s worden door de Duitsers gevorderd, maar Johannes Wierda levert niet alle wagens in. Sommige auto’s worden verborgen, onder andere in een gebouw van de katholieke kerk. Er rijden in de oorlog nog maar weinig auto’s rond, naast het materieel van de Duitsers zelf. Zo mag veearts Harm Hofkamp zijn auto houden; het vee op de boerderijen is betekent immers melk, kaas en vlees.
Verzet is er in het groot en in het klein. Als het rijdend materieel van de Duitsers kapot is, wordt het soms per spoor naar Heerenveen gebracht om in de garage van Jager & Wierda te worden gemaakt. In de garage lappen ze de Duitse voertuigen ook inderdaad wat op en brengen ze vervolgens mooi opgepoetst terug naar het treinstation. De voertuigen worden zodanig ‘gemaakt’ dat ze vaak binnen de kortste keren weer kapot zijn en dus blijkbaar niet meer te repareren.
Jan van Renssen
In de garage werkt ook magazijnmedewerker Jan van Renssen. Hij wordt aan het begin van de oorlog door de Duitsers gedwongen om in het Oosten van Duitsland te werken. Van Renssen weet daarvandaan uit het werkkamp te ontsnappen en keert te voet terug naar Heerenveen om er onder te duiken. Hielke Wierda komt in contact met Van Renssen en zorgt ervoor dat Jan van Renssen toch weer in het magazijn komt werken.
Alle producten in Nederland – brood, groente, zeep en kruidenierswaren zoals koffie en suiker – zijn op de bon. Zéker koffie en suiker zijn zeer schaars. Op een goede dag hebben de Duitsers een vrachtwagen vol met kostbare suiker in het magazijn bij Jager & Wierda gestald en die avond bewaken ze de ingang bij de Gedempte Molenwijk. Toch blijkt de vrachtwagen de volgende ochtend compleet leeg.
Hielke Wierda heeft een alibi. Hij zat die avond in het café van Hotel Vernimmen, samen met Jan van Renssen. Het verzet vergadert ook in Hotel Vernimmen. Egon Vernimmen (schuilnaam Paul) en zijn zoon Marius horen ook tot die verzetsgroep. Van Renssen vertelt daar dat er een grote voorraad suiker te halen valt. Hielke heeft deur van het woonhuis op een kier open gelaten en zo kunnen de mannen van het verzet via het woonhuis het magazijn in. De vrachtwagen wordt ‘onder het oog van de Duitsers’ wordt leeg gehaald en de suiker verdwijnt via de Dracht. De Duitsers begrijpen er de volgende ochtend niets van.








Foto’s Bron: Stichting Historie Heerenveen